Dag 23

Langzaam maar zeker komt het eind in zicht. Nog iets meer dan een week en dan zit deze trip erop. Maar, eerst nog genieten van de natuur en dingen die ik graag doe.
Vandaag als eerste kunnen genieten van een eekhoorn die alle mogelijke moeite doet om vogelzaad uit een container te pulken, koddig om te zien. Vervolgens met Nel naar een mooi park op het eiland gereden, het Duck Creek Park. Een gebied met oude bomen, een typisch voorbeeld van een gematigd regenwoud, met elvenbanken en mos tegen de bomen, Skunk Gabbage (stinkt echt) in de natte grond en een lief beekje, inderdaad de Duck Creek. De natuur vormt de meest fantastische figuren. Het laatste deel gaat over een stuk weide, met op sommige plaatsen libellen van ca. 6 tot 7 cm lang. Daarna nog even naar het noordelijkste puntje van Salt Spring Island.
Na de lunch met Ben de boot gaan halen. Eerst de Bronco naar het strand beneden bij het huis, vervolgens met mijn huurauto naar Ganges (spreek uit kendjies), waar de boot op het droge staat. De boot al deels zeilklaar gemaakt (grootzeil aangeslagen aan de giek) en vervolgens werden wij door Rolf het water weer ingereden. Erg leuk, eerst op een boot die vooruit en achteruit gaat zonder een druppel water, vervolgens de helling af en varen, uiteraard op de motor. Toen wij uit Ganges wegvoeren zagen wij de eerste regelwolken letterlijk achter ons aankomen, dus toen wij onze koers 180 graden moesten verleggen (bij Scott Point (Captain Scott met een houten been)), jawel, nat pak. Niet alleen van de regen, maar ook omdat de dingy (het kleine bootje waarmee van en naar de kust wordt geroeid, goed nat was. De boot van Ben ligt midden in de baai aan een boei, zoals meerdere vaartuigen. Na het eten de huurauto opgehaald en tot onze verrassing stonden er een stel herten op de weg en een klein stukje verder een derigtal kwartels met jongen. Dus toch wild gezien.
Morgen worden de andere zeilen aangeslagen.